In het gezelschap van mijn knieën
Project in ontwikkeling
In het gezelschap van mijn knieën wil de toeschouwer op intieme en zintuiglijke wijze onderdompelen in een verhaal waaraan hij zelf deelneemt. Aan de hand van de verbeelding tracht dit project landschappen op te roepen (of deze nu echt, literair of mythologisch zijn, tot het verleden of de toekomst behoren). De centrale vraag luidt: hoe kunnen we ons onze landschappen fysiek en poëtisch eigen maken om er een duurzame klimaattoekomst op te projecteren die bij voorbaat niet verloren is, maar een speelveld wordt dat alle mogelijkheden openhoudt.
In het gezelschap van mijn knieën bestaat uit vier verhalen van 30 minuten die onafhankelijk van elkaar bestaan en bedoeld zijn voor een publiek van maximum 100 personen.
Een vertelster vertelt reisverhalen in ontwrichte landschappen die de toeschouwers met eigen handen tot leven brengen op een bordspel dat op hun schoot ligt. Afhankelijk van de verhalen die verteld worden, bestaan de landschappen uit kubussen om te monteren, kralen om aaneen te rijgen, opengevouwen stoffen waarop men de garendraad kan volgen of schijven die over elkaar draaien.
Iedereen leeft in het gezelschap van iemand anders. Die andere bestaat echt; hij is exact ons tegenovergestelde op aarde. Het is ons tegenwicht. Gaan wij in de ene richting, dan gaat hij de andere kant uit. We houden elkaar in evenwicht. Soms zijn wij het die de leiding nemen omdat onze intenties krachtiger zijn dan de zijne, soms is het andersom. We ervaren hem als een schaduw, en hij ziet ons ongetwijfeld ook zo. Maar we zijn allebei echt. Hij is de persoon die het dichtst bij ons staat, en de enige die we nooit kunnen ontmoeten.
“Mijn leven is slechts een illusie', zegt de mol tegen de worm. Alles wat ik wil bijhouden, glipt uit mijn handen. Jij begrijpt dat niet, want jij hebt geen armen; maar kijk, bij ons mollen is het alsof onze armen er achterstevoren werden opgeplaatst; de linkse in de plaats van de rechtse en andersom. Elke keer als we iets willen pakken, duwen onze handen het opzij. Tegelijkertijd is het wel deze beweging die ons vooruit helpt, constant op zoek naar iets dat we nooit zullen verkrijgen."
Tijdens het lezen botste de kleine stapel botten blij verrast op een analyse die verbanden legt tussen adelaars en hun maaltijdresten. Steenarenden kunnen eindeloos blijven staren naar de botten van de prooi die ze net hebben opgepeuzeld. Misschien stelt deze vorm van meditatie hen in staat om in alle serentiteit om te gaan met de dood die hen constant omringt. “Dood, weer die dood! Waarom is iedereen er zo door gefascineerd behalve ik?” ergerde de stapel botten zich, terwijl ze er wel heel prat op ging om de belangstelling van die heren uit de lucht weg te kapen.
”Excuseer me lieverd,” zegt de smaragd tegen het stuk krijt, “maar eindelijk ben ik weer vrij. Je kan je niet voorstellen in welke omstandigheden ik tot nu toe geleefd heb.” In een ononderbroken stroom van woorden vertelde ze haar levensverhaal. Zonder ook maar één detail achterwege te laten, verhaalde ze over haar ontginning in een ondergrondse mijn in Colombia, over haar reis naar India voor een eerste vormgeving en over haar verblijf in Frankrijk. Daar werd ze overgebracht naar een gespecialiseerd atelier, waar ze bijgewerkt, gepolijst en geslepen werd in duizend facetten die allen beantwoordden aan le grand chic parisien.
Uiteindelijk werd ze in een ring gezet. Geketend was ze slaaf van een gouden cirkel die ze niet kon verdragen. "Ik weet niet wat me te wachten staat, ik geniet van het moment.”
Dit project ontleent zijn woordenschat aan educatieve spelletjes zoals ze bedacht werden door Piaget, Winnicott of Fröbel. De educatieve dimensie is niet alleen formeel. Naast de voorstellingen is het de bedoeling om echte educatieve workshops op te zetten waar men via eenvoudige vormen kan ontdekken welke verschillende "landschappen" ons cultureel erfgoed heeft nagelaten. Zo wordt bewustwording gecreëerd rond kunstwerken die verband houden met het landschap (ontdek hier) en die, afhankelijk van de plaats waar het project huishoudt, tot de schilderkunst, literatuur, decoratieve of volkskunst behoren.