De Kathedral

 

Volgens een legende was Sint-Joris nog heel klein toen hij zijn rots verliet, op zijn gouden paard sprong en vertrok op zoek naar de draak. Als volwassene galoppeerde hij nog steeds op zoek naar de draak, echter niet meer om hem te doden, maar om te achterhalen of hij tot de ware wereld behoorde of tot die van de kindertijd. Toen hij heel oud werd bemerkte hij de schaduw van de draak op de rots van waar hij vertrokken was. Terwijl hij dacht dat hij rechtdoor in het bos doorgedrongen was, had hij er bijna een volledige omwenteling gemaakt. Maar een onoverkomelijke afgrond belette hem de cirkel rond te maken. Zijn levenslijn bleek even gebogen als de hoefijzers van zijn paard: hoe verder hij voortschreed naar zijn hoge ouderdom, hoe dichter hij bij zijn eerste kindertijd kwam, echter zonder de leegte te kunnen vullen die deze beiden van elkaar scheidde. Als hij de draak wilde weervinden moest hij op zijn stappen terugkeren en zijn hele leven de revue laten passeren.

De draak was bang dat men niet meer in hem geloofde. Hij vreesde dat de wereld veranderde en dat nieuwe overtuigingen hem zouden doen verdwijnen. Men vertelt dat hij zodanig op het verleden gefixeerd was dat hij altijd met het lichaam en het hoofd naar achteren gekeerd liep. Maar indien hij er niet toe in staat was zich in de natuurlijke richting van zijn loop te keren en recht voor zich uit te kijken, zocht hij wanhopig naar een oordeelkundiger oog op zijn rug om de toekomst tegemoet te kunnen zien. Hij probeerde wel Sint-Aldegondis te schaken om hem op zijn weg te leiden, maar ze versteende van schrik. Toen ging hij zijn toevlucht zoeken op de rots van Sint-Joris en wachtte er op diens terugkeer. Sint-Joris was de enige die ertoe in staat was om hem met één enkele lanssteek van kop tot teen te doorboren en zodoende een opening te maken waardoor het verleden en de toekomst eindelijk tegenover elkaar zouden staan.

Een traditie onthult dat de troebele tijden die ze doorstaan had Sint-Aldegondis op een vreemde manier statisch gemaakt hadden. Ze bewoog niet, want ze wist dat de loop der gebeurtenissen haar in elk geval in beweging zou houden. Op elk ogenblik kon de gelukkige of de ongelukkige afloop van een oorlog de grenzen verleggen en ervoor zorgen dat ze, hoewel ze onbeweeglijk bleef, van het ene land naar het andere overging.
Toen de draak haar probeerde te schaken wilde ze hem niet volgen. Hij werd boos en zij versteende. Dat maakte haar tot een merkwaardig persoon. Maar zelfs versteend zou ze daarom nog niet ophouden te bewegen: de gevolgen van een nieuwe oorlog konden haar nog altijd doen overgaan van een bestaan als vereerd beeld in het koor van een kerk naar dat van waterspuwer op het dak van diezelfde kerk.

kopie van drakenhuid uit de tweede helft van de 20e eeuw.