Tas

 

Op 12 mei 1936 kreeg de pianiste Catherine de Sélys, die al een aantal jaar niet meer had opgetreden, ineens weer zo'n behoefte om een concertzaal om zich heen te voelen vibreren dat ze een engagement aannam voor een tournee die haar door heel Europa zou voeren. Maar uit angst haar vroeger altijd zo enthousiaste publiek teleur te stellen kon ze nog geen toets aanslaan. Ze voelde zich niet in staat de stilte in de zaal te verbreken. Ze was zo nerveus dat haar oorbellen tinkelden; zodra ze haar machteloos bevende hand hief, stootten haar armbanden zacht rinkelend tegen elkaar; haar langs elkaar wrijvende benen lieten bij elke beweging de stof van haar jurk ruisen.
De mensen in de zaal hadden nog nooit zoiets gehoord. Hoe was het mogelijk dat een pianiste zonder hulp van haar instrument, alleen bij de gratie van haar jurk en haar sieraden, klanken kon voortbrengen zo vol wanhoop en eenzaamheid?
Catherine stond op en liep naar de rand van het podium om zich voor haar falen te verontschuldigen. Maar de zaal liet haar niet eens aan het woord komen en overstelpte haar met een warm applaus. Catherine was door deze bijval zo geroerd dat ze eindelijk de moed vond om te spelen.
Helaas, toen ze was uitgespeeld bleef er zo'n stilte hangen dat ze de schoenen van de heren hoorde kraken van teleurstelling en de tasjes van de dames hoorde klikken van minachting.

 

In het voorjaar van 1936 verdreef Oskar Serti zijn landerigheid door met zijn spiksplinternieuwe Bugatti kriskras door Europa te koersen, terwijl zijn autoradio een muziekstuk de ether inzond dat vertolkt werd door Véronique de Coulanges. Nog nooit had Serti iemand zo intens horen spelen; het was alsof Véronique hier aan zijn zijde verkeerde en alleen voor hem speelde.
Plots reed hij met zijn wagen onder een brug door en heel even werd de uitzending overstemd door een hinderlijk gekraak. Maar dit stoorde hem in generlei opzicht, daar het hem de indruk gaf dat Véronique hem zachte woordjes in het oor fluisterde die alleen hij ontcijferen kon.
Zodoende kwam Serti, iedere keer dat hij onder een brug door reed, het verrukkelijke gelispel van Véronique steeds nader.
Toen het muziekstuk bijna ten einde was, zag Serti hoe in de verte een man met de armen stond te zwaaien ten teken dat hij pech met zijn oude Renault had. Doch toen hij ontdekte dat deze auto zich precies onder een brug bevond, en daar vast al een tijdje had gestaan, werd Serti plots bevangen door een verpletterende aanval van jaloezie en zo reed hij de arme automobilist plankgas voorbij.