De barst

 

Toen hij op achttienjarige leeftijd het ouderlijk huis verliet, vestigde Oskar Serti zich op een zolderkamer naast die van de dichter Virgil Bànek. Alhoewel Serti in zijn kamer de woorden van de dichter niet duidelijk kon verstaan, kon hij toch, wanneer hij zich met de rug tegen de scheidingswand aandrukte, de verzen die Virgil Bànek, tegen de andere kant van de wand aangeleund, elke nacht met een grafstem voordroeg, als een trilling door zijn lichaam voelen gaan.
Toen hij, in 1902, zelf schrijver geworden was, dacht Oskar Serti aan dit voorval terug. Daarom organiseerde hij zijn eerste publieke voordrachten in appartementen waar hij de gasten uitnodigde om met de rug tegen de muur te gaan staan, waarna hij zich alleen opsloot in de belendende kamer.
Daar begon hij met sombere stem zijn teksten te mompelen, gewetensvol tegen de andere kant van de wand gedrukt waartegen de toehoorders stonden die verondersteld werden mee te trillen met zijn woorden.
Jammer genoeg bleef dit optreden van Serti volslagen onbegrepen en tal van personen beschuldigden hem zelfs van een uitgesproken gebrek aan moed tegenover zijn publiek, en vooral tegenover zijn eigen teksten.
In maart 1955, na een lange en schitterende ballingschap, keerde Serti met eer beladen naar zijn land terug. Tijdens een zeer opgemerkt bezoek aan de muren waaraan hij zijn eerste voordrachten had gehouden, verwijlde hij nog eens bij de diepe scheuren die zich van de muren meester hadden gemaakt.
Vóór een publiek, dat voornamelijk bestond uit diegenen die destijds zoveel kritiek op hem uitgeoefend hadden, minimaliseerde Serti op magistrale wijze de rol van de beruchte aardbeving van november 1954 en - niet zonder lyrisme- verantwoordde hij het ontstaan van de barsten door het feit dat zijn teksten er eindelijk in waren geslaagd om het onbegrip, dat zolang hun deel was geweest, te doorbreken.


Ci-dessus : Reconstitution d’une des plus remarquables lézardes retrouvées dans les appartements ayant reçu la visite d’Oskar Serti en 1902.