Spiegel

 

Oskar Serti had jarenlang de gewoonte zich in zijn wasgelegenheid op te sluiten en eindeloze baden te nemen waar hij de nodige intimiteit vond om te mediteren over de inhoud van zijn volgende romans. In zijn illusies verzonken, beeldde Serti zich geregeld in dat hij eindelijk zijn levenswerk gevonden had.
Als hij uit het water kwam bekoelde zijn enthousiasme jammer genoeg onmiddellijk als hij opnieuw dacht aan de onvermijdelijke weigeringen die de uitgevers hem zeker te kennen zouden geven.
Zou hij op een dag de plaats krijgen die hem toekwam?
Op 24 oktober 1929 s' morgens stelde Oskar Serti zich deze vraag voor zijn spiegel, terwijl zijn beeld verloren ging in een dikke laag damp. Hij kon echter niet aanvaarden een zo vaag beeld van zichzelf te hebben, en met één hand veegde hij de damp van het juiste oppervlakte dat zijn beeld weerkaatste. Hij ontdekte toen met ontzetting hoe weinig belang zijn beeld in de wereld had: de omtrek van zijn hoofd was niet groter dan een peer. Ziedaar de realiteit van de dingen: men zag in hem naar alle waarschijnlijkheid niets meer dan een peer of een simpele ziel.
Aangezien hij vergetelheid verkoos boven middelmatigheid, bracht hij zijn mond dichter bij de spiegel en schreeuwde de meest intense passages van zijn volgende roman, in de hoop dat zijn hete adem zijn arme hoofd onder de damp zou doen verdwijnen.